Procedure
- Plaats uw Module in een goed geventileerde ruimte.
- Ga naar Instellingen > Beheer van mijn huis.
- Selecteer de ruimte waarin de Hoofdmodule zich bevindt.
- Klik op de Module.
- Selecteer CO2 in Configuraties.
- Start een handmatige kalibratie door op de bijbehorende knop te klikken.
Nadat het handmatige kalibratieverzoek is gedaan, mag u de Hoofdmodule niet loskoppelen van de voeding en de batterijen niet uit de Additionele Slimme Binnen Modules verwijderen gedurende een periode van 8 opeenvolgende uren.
Om te controleren of de kalibratie bezig is, controleert u of een voortgangsindicator zichtbaar is op de herkalibratieknop of bezoekt.
Opmerking
Controleer of de automatische kalibratie ingeschakeld is.
Principe
De hoofdmodule van het Individueel Weerstation en de extra binnenmodules meten het CO2-gehalte in dpm (deeltjes per miljoen).
Alle modules zijn door ons gekalibreerd tijdens de fabricage van het product.
De CO2-sensoren kalibreren zichzelf elke week automatisch om zich aan te passen aan de omgeving. Deze automatische kalibraties duren één week en moeten bij het loskoppelen van de grote module telkens op nul worden gezet.
Daarom kunnen twee modules naast elkaar niet altijd dezelfde CO2-waarde meten.
U kunt een handmatige kalibratie starten via de instellingen van de applicatie. In dit geval wordt hetzelfde algoritme als dat van de automatische kalibratie toegepast, behalve dat de handmatige kalibratie 6 uur in plaats van 1 week duurt.
Aangezien handmatige kalibratie gebaseerd is op minder meetpunten dan automatische kalibratie, kunt u sprongen in de curven zien.
De nauwkeurigheid van de CO2-sensor is ±100ppm tot 1000ppm en ±10% voor metingen boven 1000ppm.
Bijgewerkt